Peter de Bruijn heeft veel grote coureurs onder zijn hoede gehad. Kimi Räikkönen, Valtteri Bottas en Kevin Magnussen kwamen allemaal uit voor zijn kartteam. Ook Jos Verstappen reed in zijn jonge jaren voor De Bruijn. “Het mooie van de familie Verstappen is de gedrevenheid.”

Aan het einde van 1988 heeft De Bruijn een probleem want hij raakt zijn eerste rijder kwijt. De Bruijn denkt gelijk aan Jos Verstappen als vervanger. Hij kent hem al jaren en de jonge coureur heeft al eerder voor zijn team gereden. “Maar Jos was gestopt met karten. Toen heb ik zijn vader gebeld, Frans, om te vertellen dat ik een stoeltje vrij had. Jos was wat aangekomen en moest op dieet, maar vanaf januari in 1989 zijn we volop aan de bak gegaan met testen en trainen. En niet zonder resultaat. We werden dat jaar in twee klassen Europees kampioen”, blikt De Bruijn terug in de podcast Formule 1 Paddockpraat.

“Je hebt eigenlijk de carrière van Jos Verstappen in 1989 gered”, meent André Venema. “Dat zou je nu kunnen zeggen, maar dat soort dingen zijn natuurlijk altijd moeilijk te voorspellen”, weet De Bruijn. “Maar het mooie van de familie Verstappen is de gedrevenheid die ze hadden in de sport. Ze hadden er alles voor over. En als iemand ergens zó voor gaat, dan ga je er zelf automatisch ook meer voor doen.”

Helaas is het sprookje niet van lange duur. Aan het einde van het jaar krijgt De Bruijn een meningsverschil met Frans Verstappen en dat is direct het einde van de samenwerking. “Ik vond dat heel vervelend, want we hadden een heel goed jaar gehad en het zag er goed uit voor de toekomst. Dat was zowel voor mij als Jos belangrijk, dus als het op die manier stopt, dan is dat wel heel zuur.”

Beluister de podcast Formule 1 Paddockpraat hierboven op onze site of via SpotifyApple Podcasts of Google podcast.