Vraag en antwoord met Christijan Albers

[photo1]Vandaag een klein interview met Christijan Albers die zich al voorbereid heeft op de Canadese Grand-Prix van aankomend weekend. Het interview werd mede mogelijk gemaakt door het Etihad Spyker F1 Team.

Heb je het gevoel dat het team vooruitgang heeft geboekt in Monaco?
Christijan Albers (“CA”): “Het gat met de anderen was kleiner, dat zeker. We waren niet ver weg in de race, het was jammer dat we de finish niet haalden, zeker omdat we pas zo laat uit vielen. Monaco is een speciaal circuit en de verschillen tussen de auto’s zijn hier niet zo duidelijk. Maar ik hoop dat zo verder kunnen gaan in de rest van het seizoen.”

Je hebt in Paul-Ricard getest ter voorbereiding op de Canadese Grand-Prix. Zijn daar nog verbeteringen gevonden?
Christijan Albers (“CA”): “We hebben zeker wat gevonden in Paul-Ricard. We hebben extra kilometers gemaakt en extra data verzameld, dat helpt altijd. We komen op top snelheid wat tekort en Canads is een snel circuit. We hebben de remmen getest en daarbij wat gevonden wat de balans toen goede komt.”

Denk je dat de lage downforce en agressieve bochten je zullen liggen in Canada?
Christijan Albers (“CA”): “Het maakt niet zoveel uit wat voor circuit het is. Je moet je altijd aanpassen aan het circuit waar je op rijdt. Maar ik houdt wel van het circuit in Montreal. Ik heb hier wat goede resultaten behaald, met Minardi in 2005 kwalificeerde ik me als 15e. Dat was beter dan gehoopt toendertijd. Ik heb genoten van het rijden hier. Het circuit ligt ook vlakbij de stad dus de sfeer is erg goed. Het is ook fijn voor de teamleden die ook even de stad in kunnen.”

Wat zijn je doelen voor deze race?
Christijan Albers (“CA”): “We gaan altijd voor een goed resultaat. We moeten wachten op de B-versie van de auto om echt naar voren te gaan. Maar voor nu moeten we ons als team volledig concentreren om elk detail van de auto goed te krijgen. We mogen geen fouten maken nu. Dus dat is mijn doel voor deze race en voor elke andere, om zo goed mogelijk te presteren”

Peter Gloudemans
F1News.nl