Hij was zelf na afloop van de sprintkwalificatie verbaasd dat hij de polepositie voor de sprintrace had veroverd. Verstappen reed dan ook overduidelijk geen ideaal rondje maar toch volstond het voor de eerste plaats op de startgrid voor de sprintrace.

“Om eerlijk te zijn voelde het vreselijk aan,” zei Max Verstappen na afloop. “Ik weet het niet, misschien was het die laatste sessie gewoon heel moeilijk om de banden werkend te krijgen. In SQ2 voelde het al niet geweldig, het was een vreselijke ronde. Ik had geen grip.”

“SQ3 voelde een beetje hetzelfde voor mij. Ik verbeterde niet veel op de zachte band. Maar op de een of andere manier zijn we eerste. Natuurlijk pak ik dat graag aan. Maar het voelde niet echt prettig om te rijden om de een of andere reden, ik was niet blij. In de training voelde het heel goed. Ik voelde me comfortabel en had er vertrouwen in, maar in de kwalificatie niet zo. Toen ze zeiden dat we P1 hadden, dacht ik dat het een grap was. Het voelde niet geweldig, maar we gaan kijken waarom dat was. Het zou met de racepace wel wat moeten stabiliseren, dan is het vast beter.”

Opvallend was dat de tijden in de sprintkwalificatie erg dicht bij elkaar lagen. Verstappen werd gevraagd of dit kwam door de beperkte tijd die er voorafgaand aan de sprintkwalificatie gereden kon worden, er was immers slechts één oefensessie die dan ook nog eens gedeeltelijk stillag door een rode vlag.

‘Ik weet het niet. Het ligt misschien een beetje aan de layout van het circuit. Na de training had ik er vertrouwen in dat we konden vechten voor pole. Maar tijdens de kwalificatie zag het er niet zo uit. Maar we zijn toch als eerste geëindigd. Ik weet niet wat er met de andere auto’s is gebeurd in de laatste ronde.”