Afgelopen weekend, tijdens de Grand Prix van China, werd de eerste Sprint van het jaar georganiseerd, waar Max Verstappen als winnaar uit de bus kwam. De Nederlander wist de concurrentie achter zich te laten en dertien seconden voor P2 te eindigen, terwijl de derde positie al meer dan vijftien seconden in moest leveren op Verstappen. Het laat volgens Marko zien hoe ver Red Bull gekomen is.

Toen de Sprints in 2021 voor het eerst werden geïntroduceerd werd duidelijk dat Max Verstappen geen groot fan was van deze vorm van racen. Daarnaast was ook Red Bull Racing hier niet blij mee, aangezien zij altijd wat langer nodig hadden om de auto perfect af te stellen. Nu er maar één vrije training beschikbaar was - voor de auto's in parc fermé gingen - zorgde dat vaak voor problemen bij het Oostenrijkse team.

Maar dat is inmiddels verleden tijd. Het team van Verstappen komt tegenwoordig naar het circuit met een juiste afstelling en hoeft deze in VT1 alleen nog maar te finetunen. Daarnaast heeft de FIA de regels omtrent de Sprint veranderd, waardoor de teams de mogelijkheid hebben om na de Sprint wat aanpassingen te doen aan de auto's. Dit is volgens Marko een goede ontwikkeling, waardoor hij ook wat positiever naar de verkorte races kijkt.

Marko in tweedstrijd

Voor Helmut Marko is het lastig om te bepalen of de Sprints positief of negatief zijn voor de Formule 1. Als je het aan de coureurs en de teams vraagt, is het zeker een nadeel, omdat er meer werkdruk op de monteurs staat, en de auto's minder goed afgesteld kunnen worden. Maar als organisator is het geweldig, omdat je de fans een weekend vol spektakel aan kan bieden. Red Bull is een organisator [van de GP van Oostenrijk], waardoor Marko de Sprint vanuit beide kanten bekijkt. Hij heeft dan ook gemixte gevoelens bij de nieuwe vorm van racen.

"Red Bull organiseert de Grand Prix van Oostenrijk. Het is gewoon een bonus voor de toeschouwers en dus voor de organisator, omdat de fans de kwalificatie op vrijdag en een race op zaterdag krijgen aangeboden. Dit betekent dat deze twee dagen gemakkelijker te verkopen zijn dan het klassieke weekendformaat. Dat is de commerciële kant", begint Marko bij Speedweek.

Maar, moet hij eerlijk toegeven, als sportman zou hij liever een normaal weekend zien. Dit omdat de Sprint de magie van de grote race op zondag wegneemt: "Sportief gezien ben ik meer fan van het traditionele schema, omdat een sprint iets wegneemt van het hoofdevenement. Bovendien kun je, omdat de deelnemers maar één vrije training hebben, de set-up verkeerd afstellen, zoals ons twee jaar geleden in Brazilië overkwam. Met de reglementen van toen, waarin nauwelijks veranderingen aan de auto waren toegestaan, was een race zo goed als verloren."

Hij sluit dan ook af: "Mijn conclusie is: als organisator ja, als racefan nee."